Laten we eerlijk zijn. Internet is een deskundig psycholoog. Het geeft vat op de dingen.
Als een antislipstrip op een glad, steil trappetje.
Zodra contact met Internet werd hersteld voelde ik krachten terugvloeien.
Ik kreeg vertrouwen dat de onbestemde situatie waarin ik mijzelf en dierbaren heb geworpen, zou kunnen ombuigen tot iets goeds. Iets meeromvattends.
Ik vind Internet voor de deur. Het huist in krappe telefooncellen, waar whizzkids Internet verkopen via kraskaartjes. Internet is opgekocht door twee bedrijven. En heeft zich gemanoeuvreerd in een juxtapositie van groen tegen rood. Het is om het even in welke kleur telefooncel je stapt. Je tekent eenmaal voor levenslang. En de opbrengst is uiteindelijk hetzelfde. Gigabytes. Voor een dag, week of maand.
Niet elke whizzkid heeft goesting om de hele dag zwetend uit een telefooncel te hangen.
Dus nemen ze een opklapbaar tafeltje, plastic stoeltje en parasol mee en installeren ze zichzelf in een berm, zoals Nederlanders dat doen tijdens een hete zomerdag op het strand van Zandvoort.
Ze wervelen over cijfertoetsen met de snelheid van het licht. En gaan via sms vol in debat met automatische berichten van de telecomprovider. En dan, even gedachteloos als resoluut, reikt de whizzkid mij m'n telefoon aan. Het is klaar. Ik open mijn mond en sluit mijn ogen. Nu hij als een priester tijdens de eucharistie mijn telefoon heeft voorzien van een simkaart ter grootte van een hostie kan ik binnen aan het heilig avondmaal.
Weg machteloosheid.
Comments